Topinkomens versus Woningcorporaties

Ex-topman van woningcorporatie Rochdale, Hubert Möllenkamp.

WNT

Als gevolg van de Wet Normering Topinkomens (WNT) zijn ook de salarissen van de woningcorporaties sinds 2013 aan banden gelegd, net zoals bij andere (semi-) overheidsinstellingen.

Bestuurders die meer dan de norm verdienen, en gewoon op hun stoel blijven zitten, hoeven niet meteen in te leveren. Ze hebben acht jaar tijd om af te kicken van hun riante beloning. De eerste vier jaar blijft het salaris gelijk, daarna wordt het in vier jaar afgebouwd tot de norm. Dit wordt het zogenaamde overgangsrecht genoemd.

Bestuurders die in een nieuwe functie beginnen, moeten zich onmiddellijk aan de norm houden. Hun salaris is 186.000 euro of lager, afhankelijk van de grootte van de corporatie. De norm geldt ook voor bestuurders die van de ene naar de andere corporatie overstappen. Voor veel van hen zou dat een forse salarisverlaging inhouden.

AD 14.03.2018
AD 14.03.2018
AD 14.03.2018

Geen trek aldus WNT-jaarrapportage 2013

De problemen worden veroorzaakt door de Wet Normering Topinkomens (WNT), die regelt dat overheidsfunctionarissen niet meer verdienen dan een minister. De wet, in 2013 ingevoerd, kent een soepel overgangsrecht. De meeste zittende bestuurders hoeven pas dit jaar voor het eerst iets in te leveren. Uiterlijk 2022 moet hun salaris aan alle normen voldoen.

Daar hebben ze dus geen trek in, blijkt uit een steekproef onder 42 corporatiebestuurders die in 2013 op een lijst met grootverdieners stonden. Ze kwamen toen op die lijst terecht omdat ze meer dan 130 procent  van een ministerssalaris verdienden – destijds het maximum.

Van die 42 zijn er drie vrijwillig vertrokken. De andere 39 zitten nog steeds op hun plek (13 stuks), zijn ontslagen/vertrokken met een afkoopsom (16 stuks), of zijn met pensioen (8 stuks). Twee personen moesten hun functie vanwege gezondheidsredenen opgeven. Geen enkele bestuurder werd ‘weggekocht’ door het bedrijfsleven, een argument dat voorstanders van hoge beloningen in de publieke sector nog wel eens aanvoeren om die hoge salarissen te rechtvaardigen.

Marc Eggermont. © Foto Meulenhof

Lager salaris

Van de personen die vrijwillig gingen, kwam alleen Marc Eggermont van Woonbedrijf Eindhoven tegen een veel lager salaris bij een andere corporatie terecht. Hij werkt sinds vorig jaar bij Woonpartners Helmond, en daar verdient hij niet veel meer dan 140.000 euro, valt op te maken uit het meest recente jaarverslag. In 2013 verdiende hij in Eindhoven nog 235.000 euro.

Een andere bestuurder die vrijwillig overstapte (Rob Haans, van De Key naar De Alliantie), deed dat al in 2013. Toen waren de regels nog dermate soepel dat Haans nog steeds een vorstelijk salaris geniet. In 2016 kreeg hij 230.436 euro, dat is meer dan hij in 2013 bij De Key opstreek. Pijn doen de nieuwe regels hem dus niet. Tot slot vertrok ook Roel Steenbeek van de Amsterdamse corporatie Ymere vrijwillig, ook in 2013. Hij ging aan de slag als zelfstandige.

De overige bestuurders houden zo lang mogelijk vast aan hun positie, en stoppen pas als hun pensioen of ingrijpen van de corporatie zelf – door ontslag of een vertrekregeling – hen er van scheidt. Die vertrekregelingen kunnen in de papieren lopen.

Erik Staal (voormalig Vestia-directeur) © ANP

Verdampte miljarden

De nieuwe beloningswet kwam er in een tijdsgewricht dat het ook op andere manieren danig uit de hand liep in corporatieland. De Maserati van Hubert Möllenkamp, de verdampte Vestia-miljarden van Erik Staal en grootheidswaan bij Peter Span van het Brabantse WSG: zomaar een paar voorbeelden. Ze richtten enorme schade aan, ook in de beeldvorming.

Wat dat betreft gaat het nu een stuk beter. Onder leiding van de vorige minister van Wonen, Stef Blok, zijn de regels aangescherpt en de speelruimte ingeperkt. De controle is nu zelfs zo streng, dat sommige corporatiebestuurders zich te bekneld voelen. Er zou sprake zijn van overregulering.

Van Duin, die zelf in 2013 met een ontslagvergoeding vertrok bij De Key, betwijfelt of met alle nieuwe regels ook de cultuur echt veranderd is. ,,Het is een wereldje met veel ego’s. Bestuurders stellen zich aan elkaar voor met de naam van hun corporatie en het aantal huizen dat ze beheren. Dat is echt een ding.”

Bijkomend voordeel van een grotere corporatie: een hoger salaris voor de directeur. Het maximum salaris is in de WNT namelijk gekoppeld aan het aantal woningen dat een corporatie beheert: hoe meer hoe hoger. ,,Het zou mij niet verbazen als corporaties gaan fuseren, zodat de bestuurders in een hogere salarisschaal terechtkomen. Zo zit het wereldje in elkaar.”

zie hier wnt-jaarrapportage-2013

zie ook:  Wet normering topinkomens

zie ook: Aanpak Topsalaris publieke en semi-publieke sector – deel 3

zie ook: Aanpak Topsalaris publieke en semi-publieke sector – deel 2

zie ook: Aanpak Topsalaris publieke en semi-publieke sector – deel 1

zie ook: Aanpak Topsalaris publieke en semi-publieke sector

zie ook: Het gedonder met Vestia gaat gewoon verder !!!! deel 3

zie: Het gedonder met Vestia gaat gewoon verder !!!! deel 2

zie ook: Het gedonder met Vestia gaat gewoon verder !!!!

en dan ook: Niet alleen Vestia en HaagWonen maken er een zootje van

zie verder ook: Meer gedonder met Maserati-man Hubert Möllenkamp van Rochdale – deel 4

zie ook: Meer gedonder met Maserati-man Hubert Möllenkamp van Rochdale – deel 3

zie: Meer gedonder met Maserati-man Hubert Möllenkamp van Rochdale – deel 2

zie ook: Meer gedonder met Maserati-man Hubert Möllenkamp van Rochdale – deel 1

zie ook:  Gedonder met topbestuurders in de zorg, het onderwijs, woningcorporaties en toezichthouders

zie ook: Gedonder in de top ook bij de woningcorporaties

zie ook: Parlementair onderzoek woningbouwcorporaties – Conclusie

zie ook: Topinkomens Haagse publieke instellingen alsnog aanpakken – deel 2

zie ook: Topinkomens Haagse publieke instellingen alsnog aanpakken – deel 1

Leuke nieuwe baan met lager loon: Bestuurders zeggen nee, wat zeg jij?

AD 30.01.2018 Bestuurders van woningcorporaties switchen amper van baan, omdat ze dan salaris moeten inleveren. De zekerheid van een hoog loon blijkt aantrekkelijker dan een nieuwe uitdaging.

Stel, je hebt de keuze. Of je kiest voor een nieuwe baan. Nieuwe uitdaging, nieuwe omgeving, nieuwe energie. Enige nadeel: je moet salaris inleveren, misschien wel tientallen procenten. De andere optie: blijven zitten waar je zit, hetzelfde werk doen, desnoods tot je pensioen. Ook in dit geval gaat je salaris omlaag, maar het duurt wel een jaar of acht voor het zover is. De eerste vier jaar behoud je sowieso je inkomen.

Wat zou je doen?

POLL

Wat zou jij kiezen?

  • Een leuke nieuwe baan, met meteen 30 procent minder salaris
  • Nog acht jaar blijven zitten, met de eerste vier jaar je huidige salaris, en daarna in vier stappen 30 procent er af

StemBekijk resultaten 

Voor bestuurders van woningcorporaties was deze keuze de afgelopen jaren niet hypothetisch, maar realiteit. Als gevolg van de Wet Normering Topinkomens (WNT) zijn de salarissen in de sector sinds 2013 aan banden gelegd, net als bij andere (semi-)overheidsinstellingen.

Bestuurders die meer dan de norm verdienen, en gewoon op hun stoel blijven zitten, hoeven niet meteen in te leveren. Ze hebben acht jaar tijd om af te kicken van hun riante beloning. De eerste vier jaar blijft het salaris gelijk, daarna wordt het in vier jaar afgebouwd tot de norm. Dit wordt het zogenaamde overgangsrecht genoemd.

Bestuurders die in een nieuwe functie beginnen, moeten zich onmiddellijk aan de norm houden. Hun salaris is 186.000 euro of lager, afhankelijk van de grootte van de corporatie. De norm geldt ook voor bestuurders die van de ene naar de andere corporatie overstappen. Voor veel van hen zou dat een forse salarisverlaging inhouden.

Daar hebben ze geen trek in, blijkt uit een steekproef onder 42 corporatiebestuurders die in 2013 op een lijst met grootverdieners stonden. Ze kwamen toen op die lijst terecht omdat ze meer dan 130 procent  van een ministerssalaris verdienden – destijds het maximum.

Van die 42 zijn er drie vrijwillig vertrokken. De andere 39 zitten nog steeds op hun plek (13 stuks), zijn ontslagen/vertrokken met een afkoopsom (16 stuks), of zijn met pensioen (8 stuks). Twee personen moesten hun functie vanwege gezondheidsredenen opgeven. Geen enkele bestuurder werd ‘weggekocht’ door het bedrijfsleven, een argument dat voorstanders van hoge beloningen in de publieke sector nog wel eens aanvoeren om die hoge salarissen te rechtvaardigen.

Marc Eggermont. © Foto Meulenhof

Lager salaris

Van de personen die vrijwillig gingen, kwam alleen Marc Eggermont van Woonbedrijf Eindhoven tegen een veel lager salaris bij een andere corporatie terecht. Hij werkt sinds vorig jaar bij Woonpartners Helmond, en daar verdient hij niet veel meer dan 140.000 euro, valt op te maken uit het meest recente jaarverslag. In 2013 verdiende hij in Eindhoven nog 235.000 euro.

Een andere bestuurder die vrijwillig overstapte (Rob Haans, van De Key naar De Alliantie), deed dat al in 2013. Toen waren de regels nog dermate soepel dat Haans nog steeds een vorstelijk salaris geniet. In 2016 kreeg hij 230.436 euro, dat is meer dan hij in 2013 bij De Key opstreek. Pijn doen de nieuwe regels hem dus niet. Tot slot vertrok ook Roel Steenbeek van de Amsterdamse corporatie Ymere vrijwillig, ook in 2013. Hij ging aan de slag als zelfstandige.

De overige bestuurders houden zo lang mogelijk vast aan hun positie, en stoppen pas als hun pensioen of ingrijpen van de corporatie zelf – door ontslag of een vertrekregeling – hen er van scheidt. Die vertrekregelingen kunnen in de papieren lopen.

Zo moest de Hoornse corporatie Van Alckmaer voor Wonen haar voormalige directeur Elise Hoorn twee jaar geleden ruim 5 ton betalen, als gevolg van eerder gemaakte afspraken. Ook bij andere corporaties, Ymere en Humanitas bijvoorbeeld, werden forse vertrekpremies betaald. Zomaar de directeur wegsturen, is er niet bij.

Bij een deel van de corporaties is er wél ruimte gekomen voor nieuwe bestuurders. Daar zitten heel geschikte, jonge mensen, aldus Albert Kerssies.

Albert Kerssies, directeur van de Vereniging Toezichthouders Woningcorporaties (VTW), denkt dat de WNT, en dan met name het ruime overgangsrecht, bij een aantal corporaties inderdaad voor problemen zorgt. ,,Bestuurders blijven zitten waar ze zitten, omdat ze bij een overstap naar een nieuwe baan meteen een veel lager salaris krijgen.”

Dat houdt volgens Kerssies broodnodige vernieuwing in de sector tegen. ,,Bij een deel van de corporaties is er wél ruimte gekomen voor nieuwe bestuurders. Daar zitten heel geschikte, jonge, mensen bij, een flink aantal vrouwen ook.” Om erachter te komen hoe groot het probleem precies is, neemt de VTW dit jaar een onderzoeksbureau in de arm.

Volgens Helen van Duin, voormalig directeur Vastgoed bij De Key, was de overgangsregeling echt een item onder bestuurders. ,,Veel mensen die al iets ouder waren sloegen aan het rekenen, en zagen dat ze het wel tot hun pensioen uit konden zingen.”

Verdampte miljarden

De nieuwe beloningswet kwam er in een tijdsgewricht dat het ook op andere manieren danig uit de hand liep in corporatieland. De Maserati van Hubert Möllenkamp, de verdampte Vestia-miljarden van Erik Staal en grootheidswaan bij Peter Span van het Brabantse WSG: zomaar een paar voorbeelden. Ze richtten enorme schade aan, ook in de beeldvorming.

Wat dat betreft gaat het nu een stuk beter. Onder leiding van de vorige minister van Wonen, Stef Blok, zijn de regels aangescherpt en de speelruimte ingeperkt. De controle is nu zelfs zo streng, dat sommige corporatiebestuurders zich te bekneld voelen. Er zou sprake zijn van overregulering.

Van Duin, die zelf in 2013 met een ontslagvergoeding vertrok bij De Key, betwijfelt of met alle nieuwe regels ook de cultuur echt veranderd is. ,,Het is een wereldje met veel ego’s. Bestuurders stellen zich aan elkaar voor met de naam van hun corporatie en het aantal huizen dat ze beheren. Dat is echt een ding.”

Bijkomend voordeel van een grotere corporatie: een hoger salaris voor de directeur. Het maximum salaris is in de WNT namelijk gekoppeld aan het aantal woningen dat een corporatie beheert: hoe meer hoe hoger. ,,Het zou mij niet verbazen als corporaties gaan fuseren, zodat de bestuurders in een hogere salarisschaal terechtkomen. Zo zit het wereldje in elkaar.”

Erik Staal (voormalig Vestia-directeur) © ANP

Bestuurders klampen zich vast aan ministersloon

AD 30.01.2018 Bestuurders van woningcorporaties houden zolang mogelijk vast aan hun riante salarissen. Ze verwisselen amper nog van baan, omdat ze dan fors moeten inleveren. Toezichthouders zijn bezorgd.

De Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties (VTW) ziet dat een aantal corporaties in de problemen komt. ,,Bestuurders blijven zitten waar ze zitten, omdat ze bij een overstap naar een nieuwe baan een veel lager salaris krijgen”, zegt VTW-directeur Albert Kerssies. ,,Dat belemmert de doorstroming.”

Bestuurders blijven zitten waar ze zitten, omdat ze bij een overstap naar een nieuwe baan een veel lager salaris krijgen, aldus Albert Kerssies.

De betreffende corporaties moeten wachten tot de directeur zijn pensioen bereikt of hem ontslaan. Dat laatste is vaak een dure grap. Daarom krijgen jonge, talentvolle bestuurders geen kans. ,,We gaan dit jaar onderzoeken hoe groot het effect precies is”, zegt Kerssies.

De problemen worden veroorzaakt door de Wet Normering Topinkomens (WNT), die regelt dat overheidsfunctionarissen niet meer verdienen dan een minister. De wet, in 2013 ingevoerd, kent een soepel overgangsrecht. De meeste zittende bestuurders hoeven pas dit jaar voor het eerst iets in te leveren. Uiterlijk 2022 moet hun salaris aan alle normen voldoen.

Wanneer bestuurders bij een andere corporatie aan de slag gaan, vallen ze meteen onder de nieuwe normen. Dat scheelt hen soms tientallen procenten salaris. Een flink aantal bestuurders heeft nog steeds een salaris rond of boven de twee ton. De nieuwe normen beperken het loon op 87.000 tot 186.000 euro, afhankelijk van de omvang van de corporatie.

Helen van Duin, voormalig directeur Vastgoed bij de Amsterdamse woningcorporatie De Key, stelt dat dit voor veel bestuurders reden is niet te verkassen. ,,Vooral mensen die al iets ouder waren sloegen aan het rekenen, en zagen dat ze het wel tot hun pensioen konden uitzingen.”

Steekproef

Een steekproef van deze krant onder 42 bestuurders die in 2013 op een lijst met grootverdieners stonden, bevestigt dat beeld. Slechts drie van hen vertrokken sindsdien vrijwillig. De rest zit er nog, bereikte de pensioengerechtigde leeftijd of vertrok met een afkoopsom, vaak gedwongen. Geen enkele bestuurder werd ‘weggekocht’ door het bedrijfsleven.

Dit jaar moeten alle bestuurders die in 2014 meer verdienden dan de toen geldende norm salaris inleveren. Dat waren er toen 274, oftewel 48 procent van alle bestuurders. Alleen zij die in de tussentijd vertrokken of vrijwillig salaris inleverden, ontkomen aan een salariskorting. Volgens de VTW zijn dat er niet heel veel.